, [], Whether Christ ought to have lived constantly with His disciples after the Resurrection?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij dan hebt nu wel droefheid; maar Ik zal u [39]wederom zien, en uw hart zal zich [40]verblijden, en niemand zal uw blijdschap van u [41]wegnemen. 39. Namelijk na mijne opstanding. 40. Namelijk mij wederom levend bij u ziende; Luk.24:41. 41. Namelijk overmits de oorzaak daarvan altijd zal duren, alzo Ik dan niet meer sterven zal, maar in de eeuwige heerlijkheid altijd zal zijn, en u ook aldaar ene plaats bereiden; hfdst.14 vs.2.